OOSTERBEEK – Moeder en kind horen samen. Dat was het motto in de ongehuwde moederzorg, totdat in de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 de tijdsgeest volledig draaide. Zo’n 13 tot 20 duizend vrouwen stonden toen hun kind af. Hoe kon dit zover komen? En hoe speelden de nonnen hierop in? Lees dit laatste, bijzondere verhaal in de serie over afstand en adoptie.
Terwijl de hippies hun slaapzak uitrollen in het Vondelpark en de Dolle Mina’s massaal op straat demonstreren voor abortus, schrijft de Katholieke Hogeschool in Tilburg de woorden hierboven. Een tevergeefse poging om de orde te herstellen, want Nederland is in de ban van de seksuele revolutie.
In de paviljoens van de Paulastichting, een tehuis voor ongehuwde moeders in Oosterbeek, merken ze dat ook. Het aantal meisjes dat er bevalt en afstand doet van hun kind loopt drastisch terug. De ‘adoptiemarkt is verstoord’, concludeert de Katholieke Hogeschool. En dat terwijl het paviljoen in Oosterbeek nog geen tien jaar eerder werd gebouwd, speciaal voor de ongehuwde moeder en haar kind.
Een tehuis dat in korte tijd enorm tot bloei komt, waar ministers uit Den Haag naar afreizen met hun delegaties, en waar honderden adoptieouders vertrekken van de parkeerplaats met een pasgeboren baby van een afstandsmoeder in hun armen.
Hoe kon dit allemaal gebeuren?
Lees meer in deze longread: Waarom duizenden vrouwen hun kind afstonden
